De autoluwe stad
Verkeersveilig
Hoe is het gesteld met de verkeersveiligheid in Nederland? Bekijk de onderstaande grafieken van het Centraal Bureau Statistiek goed. Beantwoord daarna de vragen zelfstandig. Vergelijk na afloop je antwoorden met die van een klasgenoot.
- In welk jaar vielen de meeste verkeersdoden in Nederland?
- 'Het aantal verkeersdoden is de laatste decennia in Nederland alleen maar afgenomen.' Geef aan de hand van de bovenstaande grafieken aan of deze bewering klopt of niet.
- In welke twee jaren was het het beste gesteld met de verkeersveiligheid in Nederland?
- Het was in de periode 2008- 2017 veiliger om op de brom- of snorfiets te stappen dan op de fiets. Kun je aan de hand van één van de grafieken zeggen of deze bewering klopt of niet? Leg je antwoord uit.
- In welke categorie vielen er in 2017 de meeste verkeersdoden?
- Hoeveel verkeersdoden waren er totaal in 2017 in Nederland?
Achtergrondinformatie
In de laatste decennia trekken veel mensen naar de stad. Vooral jongeren en hoogopgeleiden laten het platteland achter zich voor werk en studie in de Randstad. De vier grote steden Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag raken door deze verstedelijking steeds voller en voller.
Deze verstedelijking gaat gepaard met een aantal problemen, zoals woningtekort, geluidshinder en luchtvervuiling. Daarnaast is het een voortdurende strijd tussen verschillende belangen over de vraag hoe om te gaan met de beperkte ruimte.
Iedereen heeft wel een mening over de invulling van de schaarse ruimte in de stad. Vooral over de verkeersinfrastructuur, oftewel het geheel aan voorzieningen voor het vervoer van mensen of goederen, lopen de meningen uiteen.
Zo vindt de één dat er meer parkeerplaatsen moeten komen voor de winkeliers die het stadscentrum met de auto willen bereiken, terwijl de ander juist van mening is dat de binnenstad autovrij of autoluw gemaakt moet worden.
Dit was in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw niet anders. De opkomst van de auto als het populairste vervoersmiddel werd in sommige steden sterk gefaciliteerd. Politici vonden het logisch om meer ruimte te scheppen voor het autoverkeer, toen steeds meer mensen een auto kochten.
Meer en bredere autowegen betekenden echter minder fietspaden. In Nederland ervoeren veel fietsers dan ook dat het autoverkeer ruim baan kreeg ten koste van fietsinfrastructuur. Uit acties daaromtrent ontstond de Eerste Enige Echte Nederlandse Wielrijders Bond.
Deze bond, die later werd omgedoopt tot de Echte Nederlandse Fietsersbond en weer later tot de Fietsersbond, zet zich vanaf 1975 in voor de belangen van de fietsers. Zo streed de bond tegen het hoge aantal verkeersongelukken in de jaren zeventig en pleit het tegenwoordig voor goed onderhoud aan fietspaden en meer en betere stallingen bij stations.
De getoonde afbeelding is een affiche van de Echte Nederlandse Fietsersbond uit 1993. De striptekeningen op de afbeelding zijn gemaakt door tekenaar Theo van den Boogaard, vooral bekend van de Sjef van Oekel strips.