Een nieuwe wereld
Achtergrondinformatie
In 1492 kwam Christoffel Columbus aan in Amerika. Dit continent was in die tijd nog niet bekend in Europa. West-Europese landen zagen handelskansen en begonnen met het innemen, of koloniseren, van grote gebieden in Amerika.
De Engelsman Henry Hudson ging in 1609 in opdracht van de VOC op zoek naar een handelsroute naar Indië. Hij kreeg beschikking over het schip ‘Halve Maen’ en moest via Nova Zembla, een eilandengroep van Rusland, een vaarroute naar Indië zoeken. Toen dat niet lukte, draaide Hudson om en voer hij de Atlantische Oceaan over. Hij moest en zou een vaarweg dwars door Amerika vinden!
In 1609 kwam de Halve Maen aan op het eiland Manhattan, het eiland dat tegenwoordig onderdeel is van New York. Hudson dacht dat hij daar eindelijk een waterweg door Amerika naar Azië had gevonden, maar al gauw bleek de rivier te ondiep en te nauw om over verder te varen. Teleurgesteld moest Hudson terugkeren. Onderweg bracht hij wel de loop van de rivier gedetailleerd in kaart. Later is de rivier naar hem vernoemd.
Na de reis van Hudson wilden de Nederlanders het gebied graag koloniseren. In 1621 kwamen de eerste pelshandelaren naar Manhattan en de West-Indische Compagnie stichtte er een kleine Nederlandse handelspost dat het centrum zou worden van de stad Nieuw-Amsterdam.
In 1626 werd heel Manhattan van de indianen gekocht met spullen ter waarde van ongeveer 60 gulden. De Nederlanders zagen het eiland nu als hun eigendom, al zullen de indianen daar anders over hebben gedacht – voor hen bestond zoiets als permanent bezit van land helemaal niet.
De afbeelding is een briefkaart die gemaakt is in het jaar 1909. Het afgebeelde tafereel is erg geromantiseerd. Dit zie je aan onder meer aan de compositie, de houding van de personen en het gebruik van zachte kleuren.